Op vrijdag 27 juni verrichtte Piet Houtenbos, de nieuwe wethouder van grote projecten kernen en monumenten, de opening van de tentoonstelling ‘De trekvaartroute Delft -Maassluis-Vlaardingen’ in Museum Het Tramstation te Schipluiden. Het was zijn eerste openingshandeling en hij was er blij mee. Al heel lang is hij een liefhebber van de cultuurhistorie en van het open landschap van Midden-Delfland. Beide aspecten komen ruim aan bod in de expositie. De gemeente betreurt het dat de provincie in het kader van de Erfgoedlijnen Trekvaarten in Zuid-Holland de route door Midden-Delfland niet heeft meegenomen. Het is een van de meest bestudeerde en meest fraaie vaarroutes in de provincie. Houtenbos benadrukte dat hij contact met zijn collega’s in Maassluis en Vlaardingen zal zoeken om hierover met de provincie in gesprek te treden. Als een route deel uit maakt van een provinciale erfgoedlijn zijn er ook provinciale subsidiemogelijkheden om een dergelijk onderwerp beter op de kaart te zetten. De Historische Vereniging Oud-Schipluiden heeft hier niet op gewacht en dat waardeerde de wethouder. Met een reeks van activiteiten wil de vereniging in de komende tijd het verhaal over de trekvaartroutes door Midden-Delfland bij een breed publiek bekender te maken. Fonds 1818 en het ‘Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland’ (via de Stichting Groen Goud) onderstrepen met een financiële bijdrage dit belang. De recreatieve waarde van de route is groot, omdat landschap, natuur en cultuurhistorie hier bij elkaar komen.
In de tentoonstelling wordt in tekst en beeld uitgebreid stilgestaan bij het ontstaan, het gebruik en het einde van de trekvaart in deze streek. Voor de aanleg van de jaagpaden waren destijds zo’n 2.000 schepen aarde, zand en puin nodig. Op 1 november 1645 voer de eerste trekschuit van Delft, via Den Hoorn en Schipluiden, naar Maassluis. De route vanaf Schipluiden ging over de Vlaardingsevaart en de Noordvliet. Zesmaal per dag kon men van de trekschuit gebruik maken. Naast personen werden ook goederen vervoerd, zoals vis uit Maassluis, bier en wijn, maar ook kleinvee. Omstreeks 1880 hield de geregelde veerdienst op. De stad Delft, die vanouds een groot belang had bij deze route, stopte de financiering. Drie particuliere schippers hebben nog ten minste veertig jaar doorgevaren. Dit gebeurde ook met een schipper uit Vlaardingen. In 1654 was het trekpad naar Vlaardingen doorgetrokken.
Hoewel de trekvaart met jaagpaarden al bijna een eeuw niet meer plaatsvindt, herinneren in de route nog veel elementen aan dit middel van vervoer. Er zijn nog steeds enkele bruggetjes met een aflopende leuning aan de waterzijde, evenals enkele rollepalen, beide voor de geleiding van de jaaglijn. In Schipluiden ligt de Paardenbrug en aan de Vlaardingsekade staat het rechthuis van Zouteveen, dat als veerhuis voor de oversteek van de Vlaardingsevaart heeft gediend. De belangrijkste herinnering aan de trekvaart is echter het jaagpad zelf, waarvan grote delen intact zijn gebleven. Foto’s in het museum geven een overzicht van de nog bestaande trekvaartsporen.De Historische Vereniging Oud-Schipluiden maakt in samenwerking met de Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk een inventarisatie van alle trekvaartelementen en zal aanbevelingen doen voor herstel en behoud. Ook wordt er een lesbrief voor het onderwijs ontwikkeld en wordt er een speciale trekvaartfietsroute samengesteld.
Speciaal voor de Kindermonumentendag op 12 september 2014 is een lesbrief gemaakt over: Op reis; lees hier meer…
De tentoonstelling in Museum Het Tramstation, die naast veel bijzonder beeldmateriaal ook voorwerpen met betrekking tot de trekvaart bevat, duurt tot eind december 2014. De openingstijden van het museum, Otto van Zevenderstraat 2 te Schipluiden, zijn woensdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand van 14.00-16.00 uur. De toegang is gratis.